de fr en nl pl

Sint Willibrord: Biografie

Sint Willibrord werd in het jaar 658 in Northumbrië geboren. Zijn ouders waren bekeerlingen. Zijn vader Wilgils vertrouwde het jonge kind als oblaat toe aan het klooster Ripon en trok zich als kluizenaar terug en ging wonen aan de monding van de rivier de Humber.
Willibrord groeide op in de invloedsfeer van de H. Wilfried, de bisschop van York. Deze gaf de voorkeur aan de Romeinse ritus vóór de insulaire eigen gebruiken. Toen Willibrord 20 jaar was trok hij naar Ierland, het “eiland van de heiligen”. In het klooster Rathmelsigi onderwierp hij zich onder leiding van zijn leermeester Egbert aan een strenge ascese. In het jaar 688 werd hij tot priester gewijd. Willibrord was doordrongen van de geest der “peregrinatio”, het mystieke verlangen om afstand te doen van het aardse vaderland, om aan de heidenvolken het evangelie te verkondigen. Dus stak Willibrord in 690 met 11 gezellen over naar het Europese vasteland, om aan het volk der Friezen het christelijke geloof te brengen. Dit volk had zich tot dan toe verzet tegen de evangelisering.


In tegenstelling tot de aard en wijze waarop de Ierse en Schotse monniken missioneerden, die onsystematisch te werk gingen,
begon Willibrord zijn missiewerk door eerst, met wijs pragmatisme, de bescherming te zoeken van Pepijn II, die Radboud, de koning der Friezen, tot achter de Rijn teruggedreven had. Bovendien wilde hij in nauw overleg met het pauselijk gezag te werk gaan. Daarom maakte hij tweemaal de moeilijke reis naar Rome. Daar werd hij in het jaar 695 door Paus Sergius I tot aartsbisschop van de Friezen gewijd. Op voorspraak van de Pippiniden kreeg hij van de Frankische adel vele landgoederen, zodat hij veel kerken en kloosters kon stichten. In het jaar 698 kreeg hij van Irmina, die de abdis van Trier was en de moeder van Plectrudis, de echtgenote van Pepijn II, de helft van een groot landgoed. Later kreeg hij door een schenking van Pepijn II de andere helft. Op die manier kon Willibrord in Echternach een klooster stichten, waar hij zich graag terugtrok om zij missiereizen naar het onrustige Friesland, naar Denemarken en tot in Thüringen te kunnen voorbereiden. Hij ondervond veel tegenslag bij zijn werk, totdat Karel Martel Radboud, die een tegenstander gebleven was, eindelijk overwonnen had. In 719 kwam Winfried, beter bekend als Bonifatius, naar Willibrord en bleef bijna drie jaar bij hem. Daarna trok hij naar Germanien, om daar het evangelie te verkondigen. Over het levenseinde van Willibrord is minder bekend. Voor hij stierf in de leeftijd van 81 jaar, voor die tijd ongewoon, had hij zijn opvolging geregeld en zijn rijke bezittingen verdeeld. Op zijn 70e verjaardag maakte hij op de rand van zijn kalender een aantekening met de belangrijkste feiten van zijn missiewerk en sloot deze af met “in dei nomine feliciter” (in Gods naam gelukkig), waarmee hij zijn onwankelbare Godsvertrouwen uitdrukte. Hij stierf op 7 november 739.

Al heel vlug na zijn dood werd hij als heilige vereerd en steeds grotere aantallen pelgrims trokken naar zijn graf, zodat de bescheiden merovingische kerk rond het jaar 800 plaats moest maken voor een driebeukige kerk, die een lengte had van meer dan 60 meter.
De biografie van Alcuinus, en die van Abt Thiofrid , die 300 jaar later ontstond, berichten van legenden en talrijke wonderen, zodat het aanzien en de verering van de heilige groeide in de kerken en kloosters aan deze zijde van de Alpen.

De Willibrordusbronnen en -putten die staan langs de wegen die Willibrord op zijn missiereizen gegaan is en die erop duiden dat hij veel gedoopt heeft, werden door het volk opgezocht, om de genezing van verschillende zenuwziekten, vooral van kinderen,af te smeken.
Een groot aantal parochiekerken in België, Nederland en langs de Beneden-Rijn, die verbonden waren met het klooster van Echternach, hebben Sint Willibrord tot nu toe als patroon gehouden. Zij bewijzen hun trouw aan hun patroon door bedevaarten naar Echternach en door deel te nemen aan de springprocessie. Dit is een religieuze uitdrukkingsvorm, waarvan de oorsprong zeer ver teruggaat, die enig in zijn soort is en tot in onze tijd kon blijven bestaan. Ze gaat elk jaar door op de dinsdag na Pinksteren en trekt duizenden deelnemers en evenveel toeschouwers. Ze komen om de gedachtenis van deze heilige te eren, die men met Europese maatstaven kan beoordelen en die men ook dikwijls de Apostel van de BENELUX noemt.

 
Service Kommunikatioun a Press . Service Communication et Presse
Äerzbistum Lëtzebuerg . Archevêché de Luxembourg

© Verschidde Rechter reservéiert . Certains droits réservés
Dateschutz . Protection des données
Ëmweltschutz . Protection de l'environnement